Woxikon / Verbos / Neerlandés / D / dominoën

NL Conjugación en Neerlandés de dominoën

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord dominoënd
Tegenwoordig en verleden deelwoord gedominood
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens domino dominoot dominoot dominoën dominoën dominoën
Imperfect dominode dominode dominode dominoden dominoden dominoden
Toekomende tijd I zal dominoën zult dominoën zal dominoën zullen dominoën zullen dominoën zullen dominoën
Conditionalis I zou dominoën zou dominoën zou dominoën zouden dominoën zouden dominoën zouden dominoën
Perfectum heb gedominood hebt gedominood heeft gedominood hebben gedominood hebben gedominood hebben gedominood
Voltooid verleden tijd had gedominood had gedominood had gedominood hadden gedominood hadden gedominood hadden gedominood
Toekomende tijd II zal gedominood hebben zult gedominood hebben zal gedominood hebben zullen gedominood hebben zullen gedominood hebben zullen gedominood hebben
Conditionalis II zou hebben gedominood zou hebben gedominood zou hebben gedominood zouden hebben gedominood zouden hebben gedominood zouden hebben gedominood
Imperatief - domino - - dominoot -

Verbos similares a dominoën

Verbos conjugados anteriores y posteriores a dominoën

« dominoën »

Otras acciones para dominoën