Woxikon / Verbos / Neerlandés / I / injagen

NL Conjugación en Neerlandés de injagen

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord injagend
Tegenwoordig en verleden deelwoord ingejaagd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens jaag in jaagt in jaagt in jagen in jagen in jagen in
Imperfect joeg in joeg in joeg in joegen in joegen in joegen in
Toekomende tijd I zal injagen zult injagen zal injagen zullen injagen zullen injagen zullen injagen
Conditionalis I zou injagen zou injagen zou injagen zouden injagen zouden injagen zouden injagen
Perfectum heb ingejaagd hebt ingejaagd heeft ingejaagd hebben ingejaagd hebben ingejaagd hebben ingejaagd
Voltooid verleden tijd had ingejaagd had ingejaagd had ingejaagd hadden ingejaagd hadden ingejaagd hadden ingejaagd
Toekomende tijd II zal ingejaagd hebben zult ingejaagd hebben zal ingejaagd hebben zullen ingejaagd hebben zullen ingejaagd hebben zullen ingejaagd hebben
Conditionalis II zou hebben ingejaagd zou hebben ingejaagd zou hebben ingejaagd zouden hebben ingejaagd zouden hebben ingejaagd zouden hebben ingejaagd
Imperatief - jaag in - - jaagt in -

Verbos similares a injagen

Verbos conjugados anteriores y posteriores a injagen

« injagen »

Otras acciones para injagen